De eerste verkenners van het systeem waren prehistorische mensen die vele materiële sporen van hun verkenningen achtergelaten hebben (beenderen, gereedschap, aardewerk...).

De eerste verkenner waarvan we een schriftelijk verslag bezitten was van Jules de Malbos (1854). Deze natuurkenner uit de Ardéche is via de natuurlijke ingang, Aven de la Cocalhère, naar binnen gegaan, door het regenwaterbeekje van Cocalhère-Basse, hoofddeel van het systeem. Jules de Malbos herkende daarbij andere takken van het systeem, als de Goule de Sauvas.

De verkenning van de ingenieur Gaupillat in 1892 (neef van de beroemde verkenner Martel) was eveneens van belang, die de Cocalhère-Basse tot de eerste plas op een diepte van 1900 meter afdaalde.

In 1937, nog altijd in de Cocalhère-Basse, leidde Robert de Joly een team tot een sifon op een diepte van 2500 meter en bereikte hierbij een boven verdieping.

Vervolgens begon de SSPGA, maatschappij voor speleologie en prehistorie Gard-Ardèche (Société de Spéléologie et Préhistoire Gard-Ardèche) van 1953 tot 1966 met een methodische verkenning van het geheel. Bijvoorbeeld in 1953 heeft de SSPGA vanuit wat nu de toeristische zalen zijn, de Puits de l’Aventure ontdekt die uitkomt in een ondergrondse wildwaterbeek. Het was de eerste keer dat in een complex wildwater gevonden werd (nu brengt een pompstation het water naar de oppervlakte).

De eerste aanpassingen van het bovengrondse deel van de site zijn vanaf 1965 gemaakt. De boring van een tunnel (dalende galerij) vergemakkelijkt de toegang tot de grot. Zo is in 1966 het netwerk Les Spéloufis (of Les Beaumettes) ontdekt met prachtige concreties die nog niet te bezichtigen zijn.

Daar de verkenningen vaak geblokkeerd werden door water, werden er vanaf 1953 op verschillende punten pompproeven gedaan (Peyraous) maar zonder groot succes, tot in 1955 de dood van een duiker deze manier van verkennen een halt toe riep.

Maar gelukkig hebben tussen 1969 en1999 gespecialiseerde grotduikers vele sifons kunnen verkennen, in Peyrejal, in la Goule de Sauvas, en in la Cocalière. Deze duiksessies hebben geleid tot de ontdekking van kilometers lange galerijen die met elkaar verbonden zijn. Zo heeft in 1999 B. Poinard op Peyrou de Chadouillet de onderwater liggende kanalen tot 80 meter kunnen afdalen, zonder de bodem te raken.

Tenslotte moet u weten dat de verkenning van la Beaume de Chazelles, begonnen in 1937 door R. de Joly en hervat van 1950 tot 1970 door de SSPGA, nog steeds niet voltooid is. Dit uitgestrekte netwerk is nog niet verbonden met het noordelijker gelegen netwerk.

historique grotte cocaliere

historique-02
historique-03
historique-04
historique-05
historique-06
historique-07
scan0001
scan0020